Opleidings- en begeleidingsplan

wat houdt het in en waar moet je rekening mee houden?

Als promovendus maak je aan het begin van jouw promotie een opleidings- en begeleidingsplan (afgekort: OBP). In dit blog leggen we je uit wat je daarin vastlegt, wie en wat je kan helpen bij het opstellen ervan en waar je rekening mee moet houden.  

Wat is een opleidings- en begeleidingsplan?

Een opleidings- en begeleidingsplan bevat alle afspraken tussen jou en jouw promotor op het gebied van jouw onderzoek.  
In een opleidings- en begeleidingsplan staan minimaal de volgende zaken: 

  • Op welke manier ga je je ontwikkelen in het kader van jouw opleiding tot onderzoeker? Denk hierbij aan het volgen van cursussen, activiteiten en trainingen. Wanneer je een onderwijstaak krijgt, dan worden de afspraken daarover ook opgenomen in jouw opleidings- en begeleidingsplan. Niet alleen geef je aan wát je gaat doen, ook een planning van deze activiteiten mag niet ontbreken.  

  • Op welke manier en in welke frequentie word je als promovendus persoonlijk begeleid? Welke rol en verantwoordelijkheden krijgen jouw verschillende begeleiders? 

Een jaar na jouw aanstelling wordt jouw opleidings- en begeleidingsplan aangevuld met relevante zaken. 

Wie en wat kan je helpen bij het opstellen van jouw opleidings- en begeleidingsplan? 

Je stelt het plan samen met jouw begeleider(s). Daarnaast is het goed om te weten dat de basisafspraken voor het opleidings- en begeleidingsplan zijn vastgelegd in artikel 6.9 van de CAO Nederlandse Universiteiten
De richtlijnen voor het opleidings- en begeleidingsplan kunnen per universiteit en faculteit verschillen. Het is verstandig om daar tijdig onderzoek naar te doen.  

Goed om te weten

Je dient dit plan drie maanden na aanvang van jouw promotie in te dienen. Ben je buitenpromovendi – iemand die zijn of haar promotieonderzoek uitvoert zonder aanstelling aan de universiteit – dan geldt hiervoor een termijn van maximaal zes maanden na jouw toelating tot de graduate school.